e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaarsenpit lemmet (<lat.): leemet (Vlodrop) De katoenen draad in het midden van een kaars [pit, wiek, lemmet?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kaart die niet meetelt in het spel blinde, een ~: blin (Vlodrop) Een kaart of kaarten die niet meetellen in het spel [bleuze, blanks, blanche]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaart met prentje mannetje: menke (Vlodrop) Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaarten (ww.) kaarten: ka:rtə (Vlodrop) kaarten [RND] III-3-2
kaarten bijnemen oprapen: opraape (Vlodrop) Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaarten voor geld om geld spelen: om geld sjpeelle (Vlodrop) Kaartspelen voor geld [tuisen]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaas kaas: kééəs (Vlodrop) kaas [RND] III-2-3
kaatsen ballen: balə (Vlodrop) kaatsen [RND] III-3-2
kaatsen (ballen) ballen: balle (Vlodrop) Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)] III-3-2
kachels zwarten potloden: pǫtlōtǝ (Vlodrop) Kachels met behulp van kachelzwartsel of door (in)branden of lakken zwart maken. In Q 83 liet men vetkool roken waarna het daarbij gevormde zwartsel op de kachel werd uitgewreven. Ook in L 330 werd het zwartbronzé samen met lijnolie boven een kolen- of turfvuur verhit en vervolgens op de kachel uitgepoetst. [N 33, 313; N 7, 41c; L 5, 60b add.; monogr.] II-11