20571 |
kieskauwerig |
lange tanden:
lang teng (L386p Vlodrop)
|
zonder eetlust eten; Hoe noemt U: Traag en zonder eetlust eten (pieliën) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18818 |
kieskeurig |
kieskeurig:
keeskeurig (L386p Vlodrop)
|
niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17919 |
kietelen |
kietelen:
kittele (L386p Vlodrop)
|
Kietelen, kriebelen: de huid op gevoelige plaatsen licht aanraken, bijv. uit plagerij; kriebelen (kietelen, kriebelen, kielen, kriekelen,krevelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24416 |
kieuwen |
kieuwen:
kieuw (L386p Vlodrop),
ideosyncr.
kiewe (L386p Vlodrop)
|
Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21828 |
kieuwen (wbd) |
roepen:
rooppe (L386p Vlodrop)
|
uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
33543 |
kievitsbonen |
gespikkelde bonen:
ideosyncr.
sjpikkelboon (L386p Vlodrop)
|
Een kievitsboon, een gespikkelde bruine boon (panachee, boterboon, kievitsboon, vreemdeboon, eitje, volterseke). [N 82 (1981)]
I-7
|
18893 |
kiezen |
kiezen:
keeze (L386p Vlodrop)
|
een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24337 |
kikker |
kwekkerd:
kwɛkərt (L386p Vlodrop)
|
kikvors, puit [RND]
III-4-2
|
24336 |
kikkerdril |
kwakkerdenkuit:
kwɛkərtəky.ət (L386p Vlodrop),
kwekkerdenkuit:
kwekkertekuut (L386p Vlodrop)
|
kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND]
III-4-2
|
24467 |
kikkerdril (2, bewerkt) |
(-)kuit:
kwekkertekuut (L386p Vlodrop),
kwɛkərtəky.ət (L386p Vlodrop)
|
kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND]
III-4-2
|