23540 |
koorkap |
koorkap:
koorkap (L386p Vlodrop),
koormantel:
koormantel (L386p Vlodrop)
|
De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18004 |
koorts |
koorts:
ko:rts (L386p Vlodrop)
|
koorts [RND]
III-1-2
|
23563 |
koorzanger |
koorzanger:
koorzenger (L386p Vlodrop),
zanger:
zenger (L386p Vlodrop)
|
Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33063 |
kop van de schoof |
kop:
kǫp (L386p Vlodrop)
|
De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b]
I-4
|
25305 |
kop, maat van 5 liter |
kan:
(vloeistof).
kan (L386p Vlodrop)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 5 lier [kop, kwartier] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33137 |
kopdorser |
hekelmachine:
hɛ̄kǝlmǝšin (L386p Vlodrop),
spitsdorser:
spets˱dø̜rsǝr (L386p Vlodrop)
|
Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
19883 |
koper poetsen |
poetsen:
putsə (L386p Vlodrop)
|
metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
21944 |
koppel |
koppel:
koppel (L386p Vlodrop)
|
Wat is de dialectbenaming voor: een paar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20368 |
koppelen |
aaneensmeden:
aan ein sjmijje (L386p Vlodrop),
paren:
paare (L386p Vlodrop)
|
koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)] || Wat is de dialectbenaming voor: het bij elkaar zetten van duivers (doffers) en duivinnen? [N 93 (1983)]
III-2-2, III-3-2
|
19325 |
koppig |
kops:
kupsj (L386p Vlodrop)
|
vasthoudend aan eigen wil of inzicht [koppig, steeg, kop] [N 85 (1981)]
III-1-4
|