e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
modder, slijk drab: drab (Vlodrop) modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)] III-4-4
moe moeg: mø.ch (Vlodrop) moe [RND] III-1-2
moeder moeder: mooder (Vlodrop) moeder [DC 03 (1934)] III-2-2
moeder gods muttergottes (du.): moder gaodes (Vlodrop) De Moeder Gods, Moeder Godes [de Modder-Joaëdes]. [N 96D (1989)] III-3-3
moeder-overste moeder-overste: moedereuversjte (Vlodrop) De moeder(overste) in een vrouwenklooster [mameer, moederover-ste, opperste, maer]. [N 96D (1989)] III-3-3
moederklok tijdklok: tietklok (Vlodrop) de moederklok in het duivelokaal? [N 93 (1983)] III-3-2
moederkruid hemdenknoopjes: eigen spelling  hemdeknupke (Vlodrop) Moederkruid (chrysanthenum parthenium). Overblijvende plant. De stengel is ongeveer 45 cm hoog. de bladeren zijn geveerd; veelbladhoofdjes. De plant heeft een onaangename geur (mater, hemdsknopje). [N 92 (1982)] III-4-3
moederloos lam krak: krak (Vlodrop), lam: lamp (Vlodrop) Moederloos of door de moeder verstoten lam. [N 77, 25; L 20, 22d; A 4, 22d] I-12
moederplant (saxifraga stolonifera meerb.) moedertje: eigen spelling  meuderke (Vlodrop) Moederplant (saxifraga sarmentosa). De plant heeft grote ronde bladeren en wijdvertakte trossen van fijne witte bloempjes met rode puntjes, twee van de bloemblaadjes zijn soms langer dan de overige. Volgens onze grootmoeders zo geheten, omdat de uitlopers [N 92 (1982)] III-2-1
moedervlek moedervlek: moodervlek (Vlodrop) Moedervlek: een aangeboren bruine vlek op de huid (moedermaal, peperkoor, pepervlek). [N 84 (1981)] III-1-1