21916 |
oude duif |
oude duif:
auw doef (L386p Vlodrop)
|
een duif van 2 of 3 jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20320 |
oude man |
oude man:
auwe man (L386p Vlodrop)
|
oude man [ouken, ouderling, oude paai, peke, pee, knar] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20319 |
oude vrouw |
oud wijf:
auwt wief (L386p Vlodrop)
|
oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22318 |
oudejaarsdag |
oudejaar:
auwejaor (L386p Vlodrop),
silvester:
silvester (L386p Vlodrop)
|
31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || Oudejaarsdag. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
25608 |
ovenpaal |
scheutel:
šø̄tǝl (L386p Vlodrop)
|
De ovenpaal is in de regel een ongeveer twee meter langer stok met een plat, rond, rechthoekig of tongvormig blad van hout of ijzer waarmee het in broodvorm opgemaakte deeg in de oven wordt geschoven. Meestal haalt men hiermee ook het gebakken brood uit de oven. Het blad loopt naar voren scherp toe om het inschieten van het brood te vergemakkelijken en vooral om bij het uittrekken de paal onder het brood te kunnen schuiven (Weyns blz. 34). Wat de woordtypen "rochelijzer", "haak", "schoffel" en mogelijk nog andere betreft moet men heel waarschijnlijk aan andersoortig gereedschap denken waarmee men toch het brood uit de oven kan halen. Zie afb. 22. [N 29, 45b; RND 57; L 40, 13a; A 44, 22; OB 2, 2d; OB 2, 2e; mat. S -daaronder valt wat A. Stevens in zijn artikel ''Zwaaide, een zuidoost-nederlandse dialektbenaming voor de broodschieter of ovenpaal'' noemt "mat. S, P, C en G"; monogr.]
II-1
|
18589 |
overall |
overall (eng.):
overal (L386p Vlodrop)
|
overall, werkpak uit één stuk [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34168 |
overdragen |
overstaan:
overstaan (L386p Vlodrop)
|
Het overschrijden van de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 44]
I-11
|
18695 |
overhemd |
engels hemd:
Ingelsj hemd (L386p Vlodrop),
overhemd:
euverhemd (L386p Vlodrop)
|
overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17889 |
overhoop halen |
omwoelen:
omwuule (L386p Vlodrop)
|
Overhoop halen (modden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18553 |
overjas (alg.) |
overjas:
euverjas (L386p Vlodrop)
|
overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)]
III-1-3
|