22443 |
rommelpot |
rommelpot:
rommelpot (L386p Vlodrop)
|
De pot die met een (varkens)blaas is overspannen; door het midden ervan is een rietje gestoken dat men vochtig maakt en op en neer beweegt, wat de blaas in trilling brengt [rommelpot, hoeperpot, foeperpot, foekepot]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20705 |
rond wittebrood |
plats:
plats (L386p Vlodrop)
|
Plat, rond wittebrood (plats?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21942 |
rondcirkelen |
draaien:
drejje (L386p Vlodrop)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het rondcirkelen rond het hok? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21198 |
rondreizen, pendelen |
dolen:
dole (L386p Vlodrop)
|
rondreizen [pendelen, de navet doen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22656 |
rondreizende toneelgroep |
rondzwervers:
rondsjwervers (L386p Vlodrop)
|
Een rondzwervende toneelgroep die overal voorstellingen geeft [spelleke]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17931 |
rondslenteren, ronddolen |
(zich) vertreden:
zich get vertrae (L386p Vlodrop)
|
lopen: zonder doel rondlopen (over straat) [vendele, zwaddere, rakke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34597 |
rongblokken |
schemelen:
šēmǝlǝ (L386p Vlodrop)
|
Twee tot vier dwarsbalken die zowel bij de hoogkar met ladders als bij de langwagen voorkomen en waarin op de uiteinden de rongen gestoken worden. Bij de hoogkar gaat het om blokken waarop de ladders rusten. Deze ladders worden dan ondersteund door de rongen, die in de rongblokken zitten. Bij de wagen gaat het om dwarsbalken die op de langboom bevestigd zijn. Hier ondersteunen de rongen die in de rongblokken zitten de zijwanden van de wagen. [N 17, 12b + 13a + 44f + 44g; N G, 70c; JG 1b; JG 1d; JG 2b; JG 2c; monogr.]
I-13
|
34599 |
rongogen |
oren:
ōrǝn (L386p Vlodrop)
|
Metalen krammen waarin de rongen gestoken werden om ze aan de draagbalk van de bak te bevestigen. [N 17, 32; N G, 60e; monogr]
I-13
|
18043 |
roodvonk |
rodehond:
roohond (L386p Vlodrop),
roodvonk:
roodvonk (L386p Vlodrop)
|
Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik). [N 84 (1981)] || Roodvonk: epidemische, zeer besmettelijke ziekte waarbij het lichaam overdekt wordt met rode vlekken (roodjong, plan, St. Antonisvuur). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18048 |
roof(je) (korst op een wonde) |
roof(je):
ruifke (L386p Vlodrop)
|
Een roofje (korstje) op een wond. [DC 14 (1946)]
III-1-2
|