e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schijf braadspek herst: hersj (Vlodrop) Stuk gebraden spek (spekbraoj, braoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
schijnheilig schijnheilig: sjienhillig (Vlodrop) Schijnheilig [schienhèllig]. [N 96D (1989)] III-3-3
schikken (wbd) deling (zn.): dijlling (Vlodrop) met elkaar tot overeenstemming komen bij een erfenis [schevelen, belen] [N 89 (1982)] III-3-1
schil van een vrucht schaal: ideosyncr.  sjaal (Vlodrop) De zachte huid van een vrucht (schil, schel, pel). [N 82 (1981)] I-7
schilfer schilfertje: sjielverke (Vlodrop) een dun, afgebroken of loslatend blaadje van een harde of droge stof, bijv. gezegd van kalk of roest [bluster, vel, schilver] [N 91 (1982)] III-4-4
schilmesje, aardappelmesje aardappelenmetsje: aerpelmetske (Vlodrop) mes waarmee aardappelen worden geschild [N 20 (zj)] III-2-1
schimmel (plantje) schimmel: eigen spelling  sjummel (Vlodrop) Plantje, behorend tot de zwammen, draadvormig, zonder bladgroen, maar bestaande uit een zwamvlok en zwamdraden (schimmel). [N 92 (1982)] III-4-3
schimpen schampen: sjampe (Vlodrop) op onwaardige wijze kritiek uitspreken [schimpen, spijkeren] [N 85 (1981)] III-3-1
schip schip: šê.p (Vlodrop) schip [RND] III-3-1
schipper schipper: šipər (Vlodrop) schipper [RND] III-3-1