19339 |
speels |
dartel:
dartel (L386p Vlodrop)
|
geneigd tot spelen, tot rondspringen [dartel, speels, ondeugend] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20287 |
speen |
fop:
fop (L386p Vlodrop),
lots:
loetsj (L386p Vlodrop)
|
speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dēm (L386p Vlodrop)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
24747 |
speenkruid |
speenkruid:
eigen spelling
sjpeenkroet (L386p Vlodrop)
|
Speenkruid (ficaria verna 5 tot 25 cm hoog. De stengels zijn liggend of opstijgend; de bladeren zijn hart- of niervormig, ze zijn glanzend en lang gesteeld, met knolletjes in de onderste bladdeksels. De bloemen zijn talrijk, met vrij smalle kroonbladere [N 92 (1982)]
III-4-3
|
20702 |
spekpannenkoek |
spekkoek:
sjpek-kook (L386p Vlodrop)
|
Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22101 |
spelen voor een prijs |
prijsspelen:
priesspeelle (L386p Vlodrop)
|
Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: spelen voor prijs? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22467 |
speler die twee beurten heeft |
overdoen (ww.):
euverdoon (L386p Vlodrop)
|
Een speler die twee beurten heeft om het aantal gelijk temaken in bepaalde spelen [dam, dame]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22327 |
spelletje |
partij:
partiej (L386p Vlodrop)
|
Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20165 |
spenen |
spenen:
sjpeene (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
Hoe heet verder: het apart zetten, spenen van de jongen? [N 93 (1983)] || spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)]
III-2-2, III-3-2
|
17719 |
sperma |
zaad:
zoat (L386p Vlodrop)
|
Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)]
III-1-1
|