e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

Gevonden: 4029
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droge koe guste koe: gøstǝ ku (Vlodrop) Koe die geen melk meer geeft maar toch niet drachtig is. [N 3A, 73] I-11
dronkaard zatlap: zaatlap (Vlodrop), zuiplap: zoeplap (Vlodrop) dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3
dronken stuk in de kont: sjtuk in die kont (Vlodrop), stuk in de kraag: sjtuk inne kraag (Vlodrop), stuk in de vaan: sjtuk in die vaan (Vlodrop), zat: zaad (Vlodrop) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
dronken zijn hem om hebben: m om hebbe (Vlodrop) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
droog blijven het blijft over: blief euver (Vlodrop), t blijft over]: ut trik euver (Vlodrop) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] || droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog snot snot: sjnot (Vlodrop) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: besmetting van ademhalingswegen en krop zonder afscheiding (droog snot)? [N 93 (1983)] III-3-2
droog weer droog: drûûch (Vlodrop) droog [RND] III-4-4
droogdoek, theedoek schotelsplag: šoͅtəlsplak (Vlodrop) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] III-2-1
droogstaan droogstaan: drø̄xštǭn (Vlodrop) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
drop extract: ekstrak (Vlodrop) drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] III-2-3