e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mond- en klauwzeer seuche: zø̜i̯xǝ (Voerendaal) Ziekte waarbij de mond en de klauwen van de varkens zijn aangetast; de dieren weigeren alle voedsel. Het is een besmettelijke ziekte. [N 76, 53; A 48a, 21; monogr.] I-12
monnik monnik: monnik (Voerendaal) Een monnik [munnik]. [N 96D (1989)] III-3-3
moordkruis moordkruis: mòòrdkruuts (Voerendaal) Een veldkruis opgericht op de plaats waar iemand vermoord werd [mòòrd-kruus, zoenkruis?] . [N 96A (1989)] III-3-3
mopperen foeteren: foetere (Voerendaal), mommelen: Van Dale: mommelen, 1. binnensmonds spreken, mompelen. Vgl. mummelen. mummelen, 1. onduidelijk spreken; mompelen. WNT: mommelen, daarnaast ook mummelen. mummelen, bijvorm van mommelen.  mommele (Voerendaal), mompelen: mompele (Voerendaal) binnensmonds mompelen, gezegd van iemand die kwade zin heeft [morren, mompelen, mommelen, mopperen] [N 87 (1981)] || zijn ontevredenheid kenbaar maken [mopperen, preutelen, bobbelen, foeteren, grutten, gruizen, grijzen, kijven, kekelen, mökkelen] [N 85 (1981)] III-1-4
mot mot: mot (Voerendaal) mot [DC 24 (1953)] III-4-2
motor motor: motoͅr (Voerendaal) motor [RND] III-3-1
motregenen, licht regenen smiezen: šmīēzə, ət šmīēst (Voerendaal), zemelen: zīēmələ, ət zīēməlt (Voerendaal) motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)] III-4-4
mouw mouw: mu (Voerendaal) Mouw van bijv. een colbert of japon. [N 59, 126; N 62, 34a; MW] II-7
mouwkop mouwkop: mukop (Voerendaal) Het gedeelte van de mouw van het colbert dat in de armsgatuitsnijding wordt ingewerkt. [N 59, 128] II-7
mouwomslag, manchet manchet: manžɛt (Voerendaal) Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW] II-7