e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onnozel ezelachtig: eëzelechtig (Voerendaal) zeer dom, zich gedragend als een ezel [suf, sloom, dwaas, ezelachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
onnozel persoon stommerik: sjtommerik (Voerendaal), stumper: sjtumper (Voerendaal), sufferd: sufferd (Voerendaal) een ezelachtig persoon, een zeer dom iemand [nienop, carnichon, loep, zebedeus, uil, uilskuiken, aap, sufferd] [N 85 (1981)] || een onozel persoon [stumper, bleuter] [N 85 (1981)] || iemand die ontzettend dom is [nienop] [N 85 (1981)] III-1-4
onnozele-kinderendag onnozele-kinderen: onneuselkinger (Voerendaal), onnuëzel kinger (Voerendaal), onnêûzel kinger (Voerendaal), onnüezele kinger (Voerendaal) 28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)] III-3-2
onrustig onruhig (< du.): onruiig (Voerendaal) geen rust hebben [N 85 (1981)] III-1-4
onrustig persoon druktemaker: druktemeëker (Voerendaal) een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)] III-1-4
onschuldig onnozel: onneuëzel (Voerendaal) zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)] III-1-4
onstuimig driftig: driftig (Voerendaal) moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)] III-1-4
ontbijtkoek, peperkoek peperkoek: peeperkook (Voerendaal) peperkoek [N 29 (1967)] III-2-3
ontzien ontzien: ontzieë (Voerendaal) iemand zoveel mogelijk sparen [ontzien, vreeuwen, vieren] [N 85 (1981)] III-1-4
onvruchtbaar vrouwelijk varken kween: kwiǝn (Voerendaal) Door organische afwijkingen onvruchtbaar vrouwelijk varken. [N 76, 10; JG 1c, 2c] I-12