e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poort poort: pō ̞at (Voerendaal) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poot poot: puǝt (Voerendaal) [N 76, 12] I-12
pootjebaden kneipen: kneipe (Voerendaal) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] III-1-2
pop pop: en pop (Voerendaal) pop [GTRP (1980-1995)] III-3-2
postbode post: poͅs (Voerendaal) postbode [RND] III-3-1
pot-roede pot-roede: pot-roede (Voerendaal) Metalen roede, genoemd naar de fabrikant Pot. De pot-roede is opgebouwd uit vier stalen platen en vier hoekprofielen die aan de binnenkant met klinknagels aan elkaar worden bevestigd. Volgens de invuller uit l 430 is het een ijzeren roede waaraan twee wieken zijn bevestigd. Zie ook afb. 40. [N O, 6d] II-3
poten planten: plantǝ (Voerendaal), poten: poátǝ (Voerendaal) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5
potlood potlood: potloëd (Voerendaal) een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)] III-3-1
praatje kal: mer kal (Voerendaal), losse flodder: losse flodder (Voerendaal) een waarschijnlijk onwaar bericht [praatje, praat, spraak, mare] [N 87 (1981)] III-3-1
preekstoel predikstoel: preëdichsjtool (Voerendaal) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3