e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sleutelbloem kerkensleutel: kirkəsluutəl (Voerendaal, ... ), primula: priemula (Voerendaal), sleutelbloem: sluutəlbloom (Voerendaal) sleutelbloem, gekweekt (Primula) [DC 24 (1953)] || sleutelbloem, wild [DC 24 (1953)] III-4-3
sleutelbos bos sleutelen: bösj sjluutele (Voerendaal) Sleutelbos (afbeelding) [DC 14 (1946)] III-2-1
sleutels spieën/spijen: spieën/spijen (Voerendaal) De houten sleutels waarmee de penbalk wordt vastgezet. In l 265 werd de penbalk met behulp van een houten en een ijzeren beugel bevestigd. [N O, 29c] II-3
sliepuit sliepuit: sliep oet (Voerendaal) uitsliepen: inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 07 (1961)] III-3-2
slim slim: sjlum (Voerendaal, ... ), vinnig: vinnig (Voerendaal) een zeer goed verstand hebbend en zeer vlug van begrip [schrander, slim, hel] [N 85 (1981)] || vindingrijk in het bedenken van hulpmiddelen, in het raden etc.; [slim, ont, vossebillen gegeten hebbend] [N 85 (1981)] || vlug van begrip [vinnig, rap] [N 85 (1981)] III-1-4
slimmerik slimmerik: sjlummerik (Voerendaal) een vindingrijk persoon [fijnaard, finard] [N 85 (1981)] III-1-4
slobberend geluid maken slurpen: šlø̜rǝpǝ (Voerendaal) Bij het eten een slobberend geluid maken. [N 76, 34] I-12
slokdarm slokdarm: der sjloekderm (Voerendaal) slokdarm [krop, gorgel] [N 10 (1961)] III-1-1
slons (slodder?) slons: sjlons (Voerendaal) een haveloze, slordige vrouw [slodder, sloor, slons, luns, klons, slos, lameer] [N 85 (1981)] III-1-4
slordig slordig: sjlordig (Voerendaal) onachtzaam of onordelijk in zijn werk of in zijn geheugen [lod, hordsig, slordig] [N 85 (1981)] III-1-4