e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

Gevonden: 2119
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bier bier: béér (Voerendaal) bier [RND] III-2-3
bietenriek krotengaffel: krūtǝgafǝl (Voerendaal) Riek om bieten mee te verplaatsen. Doorgaans met minder tanden dan de aardappelriek, maar wel met bolletjes aan de uiteinden van de tanden om de bieten niet te beschadigen. Bij krotengaffel, achter in het lemma, wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat het stuk gereedschap 8 tot 10 tanden heeft. Vergelijk ook de toelichtingen bij de lemmaɛs Aardappelriek en Bietenkopper. [N 18, 25a, 25b en 64; JG 1d; A 28, 3; monogr.] I-5
biggen overzetten overzetten: yǝvǝrzętǝ (Voerendaal) Biggen van de ene zeug bij die van een andere zetten. [N 76, 48] I-12
biggen spenen spenen: špiǝnǝ (Voerendaal) Biggen van de zeug afzetten. [N 76, 43; N 19, 16; N 19, 15 add.] I-12
biggenkooi schot: šǫt (Voerendaal) De aparte kooi voor de biggen. Omdat de biggen een tijd bij de zeug in de zeugekooi zijn, komen er in dit lemma woordtypen voor die ook in het lemma "zeugekooi" (2.4.7) zijn terug te vinden. Vergelijk de toelichting bij het lemma "hok voor de beer" (2.4.8). [N 76, 41b] I-6
bijdehante vrouw; bijdehand haaibaai: haaibaai (Voerendaal) een vrouw die bijdehand is, die vlug van begrip en handig is [haalover, herp, veeg] [N 85 (1981)] III-1-4
bijeenleggen bijeenleggen: biej-ein-legke (Voerendaal) gezamenlijk geld bijeenleggen om iets te kunnen drinken [lappen, fineren] [N 87 (1981)] III-3-1
bijleggen zich verstaan: verstao (Voerendaal) een ruzie, een onenigheid bijleggen of oplossen [schavelen] [N 85 (1981)] III-3-1
bijsnijden bijsnijden: bēšnījǝ (Voerendaal) Het op maat snijden van de binnenvulling van een colbert. [N 59, 110] II-7
bijten bijten: bīētə (Voerendaal) bijten [DC 37 (1964)] III-2-3