e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

Gevonden: 2119
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dode lijk: līēk (Voerendaal), t liēk (Voerendaal, ... ) het dode lichaam van een mens [lijk, dode, kadaver] [N 87 (1981)] || het lijk [de liech] [N 96D (1989)] || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)] III-2-2
dodenwake dodenwake: doëdewake (Voerendaal, ... ) de dodewake [doeëdewach] [N 96D (1989)] || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)] III-2-2
doek doek: hee vreef zen sjoon op mit ene dook (Voerendaal) Doek. Hij wreef z’n schoenen op met ’n doek. [DC 35 (1963)] III-1-3
doen vechten in een krieg (du.) maken: magdə də ga:nsə wɛld inənə kri:x (Voerendaal) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
dom dom: dom (Voerendaal, ... ) Een dom, domkerk. [N 96A (1989)] || niet gemakkelijk denkend, beperkt van verstand, dom [dom, stom, lomp] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-3
dominicaan dominicaan: dommenekaan (Voerendaal) Een Dominicaan [Dómmenekaan, preekheer, preekhier]. [N 96D (1989)] III-3-3
domme man dommerik: dommerik (Voerendaal) een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)] III-1-4
donderkruid hommelskruid: hómmelskroēd (Voerendaal) donderkruid (Inula vulgaris), weinig voorkomende samengesteldbloemige plant die 90 cm hoog kan worden, met langwerpige ronde bladeren en lichtbruin getinte bloemhoofdjes [N 37 (1971)] III-4-3
donker, duisterx duister: duu:ster (Voerendaal), duuster (Voerendaal, ... ) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dood (bn.) dood: dôêt (Voerendaal) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2