| 22027 |
jong dat pluimen begint te krijgen |
stoppelen:
stò.pələ (P192p Voort)
|
Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
| 24175 |
jong en kaal vogeltje |
vogeltje:
vöü.gelkes (P192p Voort, ...
P192p Voort)
|
vogeltje [ZND 04 (1924)]
III-4-1
|
| 24338 |
jong van een dier |
jong:
junk (P192p Voort),
jøŋk (P192p Voort),
jø̄ŋk (P192p Voort)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong ve dier [ZND 01 (1922)]
I-11, III-4-2
|
| 34314 |
jong varken |
bagje:
bɛkskǝ (P192p Voort),
kurre:
ky ̞rǝ (P192p Voort),
kyrǝ (P192p Voort),
kørǝ (P192p Voort),
kurretje:
kyrǝkǝ (P192p Voort)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
| 34551 |
jonge gans |
jonge gans:
joŋ gās (P192p Voort)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
| 34481 |
jonge kip |
pul:
pøl (P192p Voort)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
| 20159 |
jongen |
jong:
jòng (P192p Voort)
|
jongen [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
| 20334 |
jongste kind |
ponnetje:
poneke (P192p Voort)
|
jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)]
III-2-2
|
| 21335 |
jood |
jood:
jut (P192p Voort, ...
P192p Voort),
n jud, twie judden (P192p Voort, ...
P192p Voort)
|
Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] || jood [ZND 01 (1922)] || Jood. [ZND 01 (1922)]
III-3-1, III-3-3
|
| 23211 |
judas |
judas:
djydas (P192p Voort),
zjudas (P192p Voort)
|
Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] || Judas. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|