e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voort

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lid van een vereniging membre (fr.): member (Voort) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje liedje: liedje (Voort), litje (Voort) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: litjes (Voort, ... ) Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] || Liederen. [ZND 01 (1922)] III-3-2
liefde liefde: li:fdə (Voort) Liefde. [ZND 01 (1922)] III-3-1
liefkozen fletsen: flēͅtsə (Voort) liefkozen [ZND 01 (1922)] III-1-4
liegen liegen: ligə (Voort) liegen [ZND 01 (1922)] III-3-1
lies lies: li.s (Voort), lis (Voort), vouw: vâ van m`n been (Voort) de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] || lies (v.h. been, Fr. aine) [ZND 01 (1922)] I-12, III-1-1
liggen liggen: ligə (Voort) liggen [ZND 01 (1922)] III-1-2
lijnzaad, vlaszaad lijzaad: lēzǭt (Voort) Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijnzaadmeel lijzaadmeel: lɛ̄zǭǝtmēl (Voort) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5