e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vreren

Overzicht

Gevonden: 388
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebruik gewente: gewente (Vreren) Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] III-3-2
geer geer: gēr (Vreren) Een naar boven spits uitlopende lap of strook waarmee men een kledingstuk van onderen verwijdt. [N 62, 11a; L 1a-m; L 23, 71; Gi 1.IV, 17; S 10; monogr.] II-7
gegraven waterloop sloot: slø̄t (Vreren) In het algemeen is in dit lemma sprake van een gegraven waterloop als afscheiding of om overtollig water af te voeren of om te bewateren. In dialectenqu√™tes zijn er veel vragen gesteld naar de benamingen voor een sloot, graaf of gracht. In de antwoorden bleek veel overlap te zitten. Het gaat hier om waterlopen die verschillend van breedte kunnen zijn. Omdat de antwoorden hierover niet eenduidig waren, was het niet mogelijk aan een begrip een vaste breedte toe te kennen. Algemeen kan men zeggen dat een gracht een bredere sloot is, een graaf een wat bredere, vaak droge sloot, en dat een goot, grub en zouw wat smallere waterlopen zijn. Het overeenkomstige bij alle waterlopen is dat ze gegraven zijn. [N 27, 24; AGV, m1; A 20, 1c; A 20, 1d; A 10, 21; A 2, 48; L 24, 27; L 1a-m; L 36, 4; L A1, 62; Lu 1, 5; R 14, 23j; S 11, 33; monogr.] I-8
gehucht gehucht: gehuch (Vreren) gehucht [ZND 23 (1937)] III-3-1
geld geld: geͅlt (Vreren), xae.ld (Vreren) geld [RND] || geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
geluk geluk: geluk (Vreren) Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemoâk (Vreren) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemèkelik (Vreren) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gemèn (Vreren) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeente: gemeente (Vreren) gemeente [ZND 24 (1937)] III-3-1