e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vreren

Overzicht

Gevonden: 388

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doek -> [wld iii 2.2] witte doek: enne witte doek (Vreren) een witte doek [ZND 23 (1937)] III-1-3
doffer, mannelijke duif duifhaan/-hoorn: tafu̯oͅi.n (Vreren) duif, mannetje [Goossens 2c (1963)] III-4-1
dompelen in het water steken: in t wetter ste͂ke (Vreren), in ⁄t wetter stêke (Vreren, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4
donderen hommelen: hoemele (Vreren, ... ) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donderx hommel: hoemel (Vreren, ... ) donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker, duisterx donker: donkel (Vreren) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
dood (bn.) dood: dôôt (Vreren) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dood (Vreren) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doof doof: hès zoo dôf as enne kettel (Vreren) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1
dooien dooien: dooien (Vreren, ... ) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4