e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vreren

Overzicht

Gevonden: 388
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trommelzucht opgelopen (volt. deelw.): ǫpgǝlǭpǝ (Vreren) Een sterke gasophoping in de pens bij koeien vooral veroorzaakt dor het eten van nat of bedauwd gras en klaver. Deze trommelzucht belet, door druk op de longen, de ademhaling en leidt tot hevige benauwdheid die de dieren kan doen stikken (Berns 1983, blz. 129). Zie ook het lemma ''trommelzucht'', ''meteorisme'' in wbd I.3, blz. 468-471. [N 3A, 90; L 23, 1c; A 48A, 6; N C add.; monogr.] I-11
trots groots: greuts (Vreren) groots [ZND 24 (1937)] III-1-4
tuinman, boomkweker boomsnoeier: JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.  bømsnoͅi̯ər (Vreren), hovenier: JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.  hoͅvənīr (Vreren) [RND 08] I-7
uier ouwer: au̯ǝr (Vreren) De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11
uitglijden uitstrankelen: autstrenkele (Vreren) uitglijden [ZND 24 (1937)] III-1-2
varken varken: vɛrkǝ (Vreren) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
vastenavond vastelavond: vastəlu.əvət (Vreren) vastenavond [RND] III-3-2
vechten vechten: fɛ.xtə (Vreren) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
vee beesten: bēstǝ (Vreren) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
verkoudheid kou: ich hep enne ka op de bos (Vreren) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2