e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vertuieren palen: pǫ.lǝ (Vroenhoven) Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.] I-11
vest kamizool (<fr.): kamezol (Vroenhoven) vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] III-1-3
veulen veulen: vȳǝ.lǝ (Vroenhoven) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieren vieren: gəvi:rt (Vroenhoven) gevierd [RND] III-3-2
vieruursboterham koffie, de -: koffie (Vroenhoven) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
vijf centiem knabje: ə kneͅpke (Vroenhoven), knèpke  knèpke (Vroenhoven) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwartje: kwaartsjĕ (Vroenhoven), ə kwārtje (Vroenhoven) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vinger vinger: veŋər (Vroenhoven), vin`ər (Vroenhoven), vinger (Vroenhoven) Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || vinger [RND] III-1-1
vishengel visstek: vischstèk (Vroenhoven) Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)] III-3-2
vlaai vlaai: vlaoi (Vroenhoven) fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] III-2-3