e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

Gevonden: 1550
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloem bloem: blom (Vroenhoven) Bloem bestaat uit het inwendige van de graankorrel, de meelkern, en is wit tot grauw van kleur. Het vormt de fijnste soort in de reeks produkten die tijdens het builen worden gescheiden. Bloem is uitermate geschikt om mee te bakken. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛmeelɛ en ɛboultéɛ. Het woordtype dobbele zero (Q 167) verwijst naar het feit dat de fijnheid van bloem met ø̄0ø̄ (zero) wordt aangegeven. Hoe meer zeroɛs, des te fijner de bloem. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma ɛbloemɛ in wld II.1, pag. 83.' [N O, 37c; JG 1a; JG 1b; Vds 246; Jan 240; Coe 218; Grof 245; monogr.] II-3
bloem (alg.) bloem: blomə (Vroenhoven) bloemen [RND] III-4-3
bloementuin bloemenhofje: blōməhø͂ͅfke (Vroenhoven), engelse hof: engelschenwof (Vroenhoven) bloemenhof [ZND 27 (1938)] I-7
bloemperk bedje: beͅtšə (Vroenhoven) [Goossens 1b (1960)] I-7
blussen blussen: blŭsse (Vroenhoven), bləsse (Vroenhoven) blussen [ZND 23 (1937)] III-3-1
blutsen blutsen: blĕtsĕ (Vroenhoven), blutsen (Vroenhoven) De appels niet blutsen. [ZND 21 (1936)] III-1-2
bochel bult: bèùlt (Vroenhoven), kroef: kroef (Vroenhoven), krŏf (Vroenhoven) Hij heeft een bochel. [ZND 21 (1936)] III-1-2
boek boek: bok (Vroenhoven), book (Vroenhoven, ... ) boek [ZND 21 (1936)], [ZND 44 (1946)] III-3-1
boekweitpannenkoek boekweitse koek: boekweitkoek (die men niet meer kent)  bo.kəsə ko.k (Vroenhoven) pannenkoek [ZND 40 (1942)] III-2-3
boer boer: də būr (Vroenhoven), ər ɛs tə ga:nsə do:g al bei wiləmkə, bei blaŋkər, bei zjɛnskə, bei də bu:r, bei də šri:nəwɛrkə, bei grutəpa:, bei mich, bei dich, bei h (Vroenhoven), èjn: diepe keelklank  dĕ boer woent op èjn boerdĕrĕí (Vroenhoven) boer [ZND 14 (1926)] || De hele dag is hij al bi Willempje, bij Blancquaert, bij Jantje, bij de boer, bij de timmerman, bij grootvader, bij mij, bij u (enkv.), bij hem, bij haar, bij ons, bij u (mv), bij hun [ZND 44 (1946)] || Vertaal in het dialect en vul aan: De boer woont op een ... (Fr. ferme geef de verschillende namen voor grote en kleine bedrijven, indien er bestaan. [ZND 22 (1936)] III-3-1