e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vroenhoven

Overzicht

Gevonden: 1550
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoefstal, noodstal hoefstal: hōfsta.I (Vroenhoven), hǫwfsta.I (Vroenhoven) Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] II-11
hoek (tussen twee lijnen) hoek: eenĕ hŏok (Vroenhoven), n hōk (Vroenhoven) hoek [ZND 27 (1938)] III-4-4
hoekschop corner (eng.): Karte 168.  kornər (Vroenhoven) Eckball. III-3-2
hoepel schiemel: sjiemel (Vroenhoven, ... ) Een hoepel (ijzeren of houten ring die door de kinderen voortgedreven wordt). [ZND 27 (1938)] III-3-2
hoepelen schiemelen: sjiemele (Vroenhoven, ... ) Hoe heet: met zon ring [hoepel] spelen? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hoesten hoesten: hooste (Vroenhoven) zachtjes hoesten, kuchen [ZND 29 (1938)] III-1-2
hommel bij: ook in ZND 01, a-m  bij (Vroenhoven), hommel: ook in ZND 01, a-m  hommel (Vroenhoven) hommel [ZND 27 (1938)] III-4-2
homp, brok, klont klot: klot (Vroenhoven), klōͅt (Vroenhoven) kluit [ZND 28 (1938)] III-4-4
hond hond: ho.nt (Vroenhoven), hoont (Vroenhoven) hond [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-1
honing honing: huǝ.neŋ (Vroenhoven) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6