28772 |
linnen, linnengoed |
lijnwaad:
līnvǝt (Q172p Vroenhoven),
linnen:
lenǝ (Q172p Vroenhoven)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
17617 |
lip |
lip:
lep (Q172p Vroenhoven, ...
Q172p Vroenhoven),
lippĕ (Q172p Vroenhoven),
līppə (Q172p Vroenhoven)
|
lip [RND] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b]
I-9, III-1-1
|
31599 |
lip van een hoefijzer |
lip:
løp (Q172p Vroenhoven)
|
Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.]
II-11
|
34133 |
loeien van de koe in het algemeen |
keken:
kɛ̄.kǝ (Q172p Vroenhoven)
|
[N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.]
I-11
|
23311 |
lof |
lof:
ət luf (Q172p Vroenhoven)
|
het lof [RND]
III-3-3
|
21596 |
loop van een geweer |
loop:
de loop vaan ét gĕwèèr (Q172p Vroenhoven),
de lōp van ə gəwär (Q172p Vroenhoven),
de lêûp gwê (Q172p Vroenhoven),
də loop van ə gəwär (Q172p Vroenhoven)
|
De loop van een geweer [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
scheut:
sjiĕùt (Q172p Vroenhoven)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
loope (Q172p Vroenhoven, ...
Q172p Vroenhoven,
Q172p Vroenhoven),
lopə (Q172p Vroenhoven),
lō.pǝ (Q172p Vroenhoven)
|
lopen [ZND 25 (1937)] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
19619 |
lucifer |
zwegeltje:
zwengelke (Q172p Vroenhoven, ...
Q172p Vroenhoven,
Q172p Vroenhoven),
zweŋəlkə (Q172p Vroenhoven, ...
Q172p Vroenhoven,
Q172p Vroenhoven)
|
lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)]
III-2-1
|
18918 |
lui |
lui:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
lūī (Q172p Vroenhoven),
vuil:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
te vūl dat ər dōͅ ləp (Q172p Vroenhoven)
|
lui, traag [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|