e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vucht

Overzicht

Gevonden: 1277
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
langen langen: Tijd, weg.  langen (Vucht) Is bij u een werkwoord langen bekend? Schrijf de juiste betekenis tussen haakjes achter de dialectuitspraak (geven, nemen, overreiken enz.). [ZND 37 (1941)] III-1-2
langwerpige streep van voorhoofd tot neus streep: strī.p (Vucht) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
langzaam, traag langzaam: dat gijt lankzaam (Vucht) Langzaam. Dat gaat langzaam [ZND 37 (1941)] III-4-4
laten laten: laaten (Vucht) laten [ZND 25 (1937)] III-1-2
lauw lauw: lāūw water (Vucht) Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)] III-4-4
leeg, niets bevattend leeg: leig (Vucht) Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)] III-4-4
leeuwenbek gapertje: -  gaperkes (Vucht) grote leeuwebek [ZND 40 (1942)] III-4-3
lei lei: ein lei (Vucht) Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)] III-3-1
leiden leiden: lɛi̯ǝ (Vucht) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
leien dak leien dak: lęjǝn dāk (Vucht) Met leien gedekt dak. Zie ook de lemmata 'Rijndak' en 'Maasdak'. [L 37, 26c; N 79, 5 add.] II-9