21164 |
rails |
rails (<eng.):
rels (Q084p Waltwilder)
|
rails [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
19977 |
rammelaar |
rammelaar:
rɛməlɛ̄r (Q084p Waltwilder)
|
rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
33207 |
rapen |
rapen:
rǭ.pǝ (Q084p Waltwilder)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
20529 |
rauw |
rauw:
roa vlees (Q084p Waltwilder)
|
Rauw vlees. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
razen:
roazen (Q084p Waltwilder),
rondketsen:
rondketsen (Q084p Waltwilder)
|
Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
22810 |
refrein |
refrein:
refrein (Q084p Waltwilder)
|
Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
22811 |
refrein add. |
couplet (<fr.):
Van Dale (FN): couplet (<Fr.), ieder van een aantal gelijkvormige afdelingen (versgroepen van 2 of meer regels) waaruit een gedicht of (inz. een lied bestaat, al of niet met refrein.
couplet (Q084p Waltwilder)
|
Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
21455 |
rekenen |
cijferen:
cijferen (Q084p Waltwilder),
tellen:
tellen (Q084p Waltwilder)
|
rekenen [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
34616 |
rem van de wagen |
mechaniek:
mekǝnek (Q084p Waltwilder)
|
De rem komt vrijwel alleen voor bij de wagen. Er bestaan verschillende systemen. Essentieel hierbij is echter dat steeds een remblok tegen de rond de velg van het wiel bevestigde metalen band kan schuren. De informant van Q 099q vermeldt het volgende: "Vroeger werd de rem door middel van een zwengel aangedraaid. Thans wordt de rem in werking gesteld door een ijzeren hefboom. Deze ijzeren staaf heeft aan het losse uiteinde een ketting, die vastgemaakt wordt aan een haak, welke zich bevindt aan de zijkant van de karbak. Het is dus een vereenvoudiging, de zwengel is vervangen door een hefboom.". De respondent van P 48 omschrijft de wagenrem als een "blok met ketting aan as om te remmen. [N 17, 40 + 44j + 49 + 50b + 99 + add; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2c; monogr.]
I-13
|
18085 |
reumatiek |
gicht:
gĕĕch (Q084p Waltwilder)
|
reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)]
III-1-2
|