34242 |
filter in de melkzeef |
watten:
(mv)
watǝ (L214p Wanssum),
zijdoekje:
zēi̯dykskǝ (L214p Wanssum)
|
In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.]
I-11
|
20838 |
flauw |
laf:
laf (L214p Wanssum, ...
L214p Wanssum)
|
flauw van smaak, niet zout || flauw, smakeloos [RND]
III-2-3
|
18021 |
fluim |
kwal:
WNT: kwal, 2): Fluim.
kwal (L214p Wanssum),
kwijl:
kwiel (L214p Wanssum)
|
fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
18024 |
fluimen uitspuwen |
kwijlen:
kwielen (L214p Wanssum)
|
spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21345 |
fluisteren |
fluisteren:
fluustere (L214p Wanssum)
|
fluisteren [DC 16 (1948)]
III-3-1
|
22123 |
fluiten naar de duiven |
duivenfluitje (zn.):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
en doeve-flûtje (L214p Wanssum)
|
Hoe noemt U het fluiten naar de duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33755 |
fokmerrie |
fokmeer:
fǫkmē̜r (L214p Wanssum)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.]
I-9
|
20143 |
fopspeen |
lots:
loets (L214p Wanssum)
|
fopspeen
III-2-2
|
33528 |
framboos |
framboos:
frambo:zen* (L214p Wanssum),
mv: -en
framboe6sen (L214p Wanssum)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
20494 |
fruit eten |
groezen:
grūzə (L214p Wanssum)
|
veel fruit eten
III-2-3
|