e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wanssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraamverzorgster zuster: #NAME?  zuster (Wanssum) kraamverpleegster; gediplomeerde verzorgster moeder/kind [DC 12a (1943)] III-2-2
kraanvogel kroenekraan: kroeënekraan (Wanssum) kraanvogel III-4-1
krabben jeuken: jeuke (Wanssum), jeuksen: jukse (Wanssum), krabben: krabbe (Wanssum, ... ), ziech op de kop krabbe (Wanssum), kratsen: kratse (Wanssum), schobben: schobbe (Wanssum, ... ), schuren: schoere (Wanssum) krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krabber schrabber: schrabber (Wanssum) Een meestal kegelvormig metalen werktuig met scherpe onderrand waarmee men de geweekte varkensharen verwijdert. Aan de bovenkant van de krabber bevindt zich een haak waarmee men de na het krabben achtergebleven lange haren uittrekt of de nagels afrukt. Omdat men een krabber vaak zelf maakt of laat maken van restanten van ander, niet meer bruikbaar gereedschap (bv. het blad van een schoffel) komen allerlei vormen voor. Voor het mes waarmee men de geweekte ha-ren en opperhuid van het varken verwijdert zie men het lemma ''mes''. Zie afb. 6. [N 28, 28a; N 28, 36; monogr.] II-1
kram sloop: slȳǝp (Wanssum) U-vormig gebogen ijzerdraad die aan beide einden van een punt is voorzien. [N 54, 18; monogr.] II-12
krampig (een) zure: zuǝrǝ (Wanssum) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
kreeft kreeft: krift (Wanssum) kreeft III-2-3
krekel krekel: krekel (Wanssum, ... ) krekel [DC 07 (1939)] III-4-2
krentenbol krentenbroodje: Syst. WBD  krintebrödje (Wanssum) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenweg: krēntəwɛx (Wanssum), plats: plats (Wanssum), pruimpjesweg: prymkəswɛx (Wanssum), Syst. WBD  pruumkesweg (Wanssum) Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] || krentenmik || platrond wittebrood met krenten en succade, of met kandijsuiker al of niet met succade III-2-3