| 21309 |
boerin |
boerenvrouw:
burǝvrǫu̯ (L214p Wanssum)
|
[L 1, a-m; S 6; Wi 18; monogr.]
I-6
|
| 33332 |
boertje, kleine boer |
boertje:
byrkǝ (L214p Wanssum),
keuter:
kø̜tǝr (L214p Wanssum),
keuterboer:
kø̜tǝrbūr (L214p Wanssum)
|
Keuterboer, bewoner van een kleine boerderij; soms wordt er uitdrukkelijk bij vermeld dat het bedrijf minder dan ongeveer 3 ha telt, of dat de boer niet een volwaardig paard tot zijn beschikking heeft. Voor vatsji (hier met betekenisuitbreiding), zie het lemma "koewachter" (1.3.14). [A 30A, 3c en 3e; monogr.; add. uit Wi 2]
I-6
|
| 18209 |
boezeroen |
boezeroen:
bazroes (L214p Wanssum),
boezeroen (L214p Wanssum)
|
Boezeroen. Hoe noemt men het kledingstuk, dat van ongeveer dezelfde stof is gemaakt en ongeveer hetzelfde model heeft, maar dat in de broek wordt gestoken? (Het zou in het Nederlands het beste aangeduid worden met boezeroen of overhemd). [DC 14A (1946)]
III-1-3
|
| 23165 |
bok staan bij haasje-over |
bok staan:
bókstāōn (L214p Wanssum)
|
Gebogen gaan staan voor het bokspringen.
III-3-2
|
| 20517 |
bokking |
bokkem:
bøkəm (L214p Wanssum)
|
bokking
III-2-3
|
| 17605 |
bolle wangen |
dikke wangen:
dikke wangen (L214p Wanssum),
volle maan:
vol maon (L214p Wanssum)
|
wang: bolle wangen [toetwange, zwabberkaken, volle maan] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 32326 |
bom, spon |
spon:
spon (L214p Wanssum)
|
De houten stop die ter afsluiting in het spongat wordt geslagen of geschroefd. Volgens de respondenten uit Gulpen (Q 203), Rothem (Q 99*) en Klimmen (Q 111) werd onder de bom eerst nog een lap gelegd. Die werd sponlap (Q 99*: šponlap) of sponlapje (Q 111: šponlɛpkǝ) genoemd. Zie ook het lemma ɛsponɛ in wld II.2, pag. 44.' [A 36, 3b; N 6, 4 add.; N E, 48a add.; L 7, 28 add.; monogr.]
II-12
|
| 33510 |
bonen- of erwtenstro |
bonenstro:
boeëneströj (L214p Wanssum)
|
I-7
|
| 18296 |
bont als apart kledingstuk |
mies:
Lett. bet.: poes of kat. [Vgl. WLD III, 2.1, p. 372, lm. kat: mies]
mies (L214p Wanssum),
pels:
pēls (L214p Wanssum)
|
pels || smalle pels
III-1-3
|
| 17877 |
bont en blauw slaan |
blond en blauw slaan:
blònt ɛm blòuw gəslāgə (L214p Wanssum),
bont en blauw slaan:
bōnt ɛm blòuw gəslāgə (L214p Wanssum)
|
bont en blauw geslagen [RND]
III-1-2
|