e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wanssum

Overzicht

Gevonden: 2613
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een aanmerking maken uitpoeieren: ütpoeiere (Wanssum), uitpoetsen: ütpoetse (Wanssum) uitkafferen, de les lezen || uitvegen, de les lezen III-1-4
een borrel drinken heffen: høͅfə (Wanssum), paven: pāvə (Wanssum), proeven: pryvə (Wanssum), tutteren: tøtərə (Wanssum) drinken inz. alcohol || drinken, borrelen || drinken, i.c. alcohol || veel alcoholische dranken, speciaal jenever, drinken III-2-3
een boterham smeren een boterham smeren: əm bo̝təram smeͅərə (Wanssum) smeren [RND] III-2-3
een door zwangerschap gedwongen huwelijk moetje: motje (Wanssum) een door zwangerschap gedwongen huwelijk III-2-2
een duif op de lijst zetten getekende: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  geteikende (urste twedde, derde, vierde) (Wanssum) een duif op de tweede, derde, vierde... plaats op die lijst zetten? [N 93 (1983)] III-3-2
een duif op een kortere afstand laten vliegen terugspelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  terugspeule (Wanssum), terugtrekken: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  terugtrékke (Wanssum) een duif op een kortere afstand laten vliegen dan voorheen? [N 93 (1983)] III-3-2
een ei ei: ęi̯ (Wanssum), tuutei: tytęi̯ (Wanssum) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een geerakker ploegen geren: gī(ǝ)rǝ (Wanssum) Afhankelijk van de gebruikte ploeg en de gevolgde ploegwijze kan de geer van een trapeziumvormige akker op verschillende manieren worden geploegd. Wordt de akker met een wentel- of een keerploeg bewerkt, dan kan men a) met de geer beginnen en dan - schuin tegen de geervoren aan - de lange voren ploegen, of b) met de lange voren beginnen en op de overblijvende geer korter wordende voren ploegen, waarbij tenslotte - schuin op de geervoren - nog enige lange sluitvoren worden geploegd. Op een uiteen te ploegen geerakker ploegt men vanaf de zijkanten eerst de lange voren, totdat men de in midden uitgezette geer bereikt. Daar ploegt men dan korter wordende voren, die in het midden (waar men moest keren) worden aangevuld met een aantal lange sluitvoren. Wordt die geerakker het jaar daarop bijeengeploegd, dan ploegt men in het midden eerst het daar uitgezette geerstuk bijeen; daarop laat men dan de lange voren volgen. Als een trapeziumvormige akker geploegd kan worden in voren die in dezelfde richting lopen als de evenwijdige korte en lange zijde van het stuk, hoeft men geen geer te ploegen. Voor het([...)-gedeelte van sommige varianten zie men het vorige lemma. [N 11, 64; N 11A, 126a + b + c + d; JG 1a + 1b; monogr.; A 33, 9 add.] I-1
een hoog bedrag op één duif zetten gokken: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  gokken (Wanssum), hoog poulen (<fr.): Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  hóóg pōēle (Wanssum) Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: een hoog bedrag op één duif zetten? [N 93 (1983)] III-3-2
een jong pas uit het ei donsbolletje: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  én donsbûlleke (Wanssum) een jong pas uit het ei? [N 93 (1983)] III-3-2