20288 |
grootvader |
bestevader:
bestevadder (Q117a Waubach),
gross-pap:
groespap (Q117a Waubach),
gross-vader:
groesvadder (Q117a Waubach),
opa:
laatste tijd
opa (Q117a Waubach)
|
grootvader [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
25004 |
grootx |
groot:
groehet (Q117a Waubach)
|
groot [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
33317 |
grote boerderij |
hof:
hof (Q117a Waubach)
|
Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22]
I-6
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
hoop (Q117a Waubach),
prats:
proetsj (Q117a Waubach),
rammel:
inne rammel (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach)
|
een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop, heleboel || hoop, stapel || weke hoop
III-4-4
|
23543 |
grote hostie |
hostie (<lat.):
hostie (Q117a Waubach)
|
De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22504 |
grote knikker |
marbel:
grote glazen knikker
marbel (Q117a Waubach)
|
Een grote knikker. [N R (1968)]
III-3-2
|
24165 |
grote lijster |
lijster:
liester (Q117a Waubach),
līēster (Q117a Waubach)
|
grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
huispoets:
die hoespoets is hinger de rök (Q117a Waubach),
hoehspoets (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
hoespoets (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach,
Q117a Waubach)
|
de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de najaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)]
III-2-1
|
22675 |
grote trom |
dikke trom:
dikke trom (Q117a Waubach)
|
Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22676 |
grote trom met bekkens |
dikke trom:
dikke trom (Q117a Waubach)
|
Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|