e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kortwieken stoepen: štupǝ (Waubach) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kostbaar kostbaar: kosbaar (Waubach) veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)] III-3-1
kosten doen: wat dònt de bagge? (Waubach), staan: wat sjtònt de bagge? (Waubach) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
koster koster: kuster (Waubach, ... ), kəstər (Waubach) De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)] || koster [RND] III-3-3
kosteres kosteres: kusterès (Waubach) Een vrouw die het kostersambt uitoefent [kosteres, kosterin, kosterse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kostschool kostschool: kossjol (Waubach) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] III-3-1
kotelet, ribstuk kotelet: kòttelet (Waubach) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
koud, mistig en somber weer de lucht is vol nevel: de lòch is vòl nīēvel (Waubach), dompetig (weer): dòmpetig (Waubach), koud en mistig (weer): koud ə mistig (Waubach), mistig (weer): mistig (Waubach, ... ), nevelig (weer): nīēveletig (Waubach) koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] || mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || mistige lucht [mok-, motlocht] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koude drukte maken bohei maken: behij make (Waubach) drukte maken voor niets [N 85 (1981)] III-1-4
koude mist nevel: nīēvel (Waubach) gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)] III-4-4