e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goed liggen goed: gōt (Waubach) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goed uit de weg kunnend niets: nitš (Waubach) Gezegd van een paard dat goed te been is. [N 8, 64d] I-9
goedaardige droes droes: drus (Waubach), krop: krǫp (Waubach) Een infectieziekte in de keelstreek die vooral jonge paarden aantast. Tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte verloopt ongeveer √®√®n week. Dan treedt koorts op, gepaard met ontsteking van het neusslijmvlies, waarbij veel slijm wordt afgescheiden, dat na enkele dagen etterig wordt. Typisch voor deze ziekte is de klierzwelling tussen de beide takken van de onderkaak; snel wordt de gezwollen klier dan week, verettert en breekt door. Gewoonlijk verloopt de ziekte goedaardig. [A 48A, 28b; N 8, 89 en 90a; N 52, 15b, 24 en 25; monogr.] I-9
goede vrijdag goede vrijdag: gowwe vriedig (Waubach), gówwe vriedig (Waubach) De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)] III-3-3
goede week goede week: gow weak (Waubach), gówweëk (Waubach) De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)] III-3-3
golf golf: golf (Waubach, ... ) golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] III-4-4
golven ww. golven: golve (Waubach), op en neer gaan: op ə neer goa va water (Waubach) golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
gom hars: Veldeke  hars (Waubach) De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)] III-4-3
gonzen bruisen: brūzǝ (Waubach) Brommend of zoemend geluid maken door de bijen. [monogr.] II-6
gooien guizen: goesje (Waubach, ... ), kneu?n: knö. (Waubach), smijten: sjmīēte (Waubach), werpen: werpe (Waubach, ... ) gooien [goesje] [N 38 (1971)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] III-1-2