e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Waubach

Overzicht

Gevonden: 6116

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achteruitgaan hinteraus (du.) gaan: hingerroeët goa (Waubach) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achteruittrappen hinderuitslaan: heŋǝrutšlǭ (Waubach), houwen: hǫu̯ǝ (Waubach), trennen: trɛnǝ (Waubach) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9
achterwand stop: štǫp (Waubach) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk bats: batse (Waubach), batterij: batterei (Waubach), bodem: boam (Waubach), hinterste: heengeste (Waubach), kasserol: kasserol (Waubach), lok: loak (Waubach) [N 10c (1995)] III-1-1
achterwiel van een fiets achterrad: achterrad (Waubach) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
acoliet koorjong: koeërjong (Waubach) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adamsappel adamsappel: adamsappel (Waubach) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
adder adder: Veldeke  adder (Waubach) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] III-4-2
adelaarsvaren vaar: Veldeke  vaar (Waubach) Adelaarsvaren, (pteridium aquilinum). Grote, forse varenplant met een dikke, zwarte, diep in de grond kruipende wortelstok, waarin van afstand tot afstand sterk samengestelde veren rijzen, die op gunstige groeiplaatsen wel meer dan 2 m hoog kunnen worden. [N 92 (1982)] III-4-3
ademen ademen: oame (Waubach) ademen [N 10a (1961)] III-1-1