e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
centerboor, schijfboor centerboor: sɛntǝrbū.r (Weert) Boorijzer waarvan de schacht uitloopt in een centreerpunt met daaromheen één of meer voorsnijders of beiteltjes. De centerboor wordt gebruikt om snel en zuiver grote, cirkelvormige gaten te vervaardigen en om schijven uit plaatmateriaal te boren. Zie ook afb. 112. [N 33, 126; N 33, 148; N 33, 145; monogr.] II-11
centerpons dopper: dǫpǝr (Weert) Stalen stift met kegelvormige punt die dient om een uitholling in plaatmateriaal aan te brengen. De centerpons wordt vooral gebruikt om het middelpunt van een te boren gat aan te tekenen. Zie ook afb. 52. [N 33, 262; monogr.] II-11
centiare, maat van 1 m2 meter: unne maeter (Weert), vierkante meter: veerkante maeter (Weert) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4
centiem centiem: centiem (Weert), ⁄ne centiem (Weert) koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
cervelaatworst droogworst: drêûgworst (Weert), wordt op een droge plaats lang bewaard  druu.gwòrst (Weert), plokworst: plokworst (Weert), saucijs: droge worst  sesies (Weert), gedroogde worst voor boterhambeleg  sesies (Weert), Verklw. sesieske  sesies (Weert) droogworst [N 06 (1960)] || plokworst [N 06 (1960)] || sausijs [N 06 (1960)] || worst [ZND 21 (1936)] III-2-3
chagrijn chagrijn: chagrien (Weert), schedring (Weert), sjagrieen (Weert), sjegrein (Weert) chagrijn [SGV (1914)] || chagrijn, verdriet || chagrijn, verdriet, hartzeer || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)] III-1-4
chocolade chocolade: Verklw. sjeklaatje E stök sjeklaat ¯n Sjeklaade letter Sjeklaade pödding Sjeklaate bieësjes  sjeklaat (Weert) chocolade III-2-3
christoffelmedaille christoffelmedaille (<fr.): christoffelmidaalie (Weert), kristoffelmedalie (Weert) Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)] III-3-3
ciborie ciborie (<lat.): siborie (Weert), communiekelk: kommuniekellek (Weert), grote kelk: groeete kellek (Weert), hostiekelk: hostiekellek (Weert) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei sokkerij: sokrei (Weert), sókkerei (Weert), suikerij: sokkerei (Weert), sokrei (Weert), sókkerei (Weert) cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3