e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duiven kweken kweken: kweeke (Weert) Wat is de dialectbenaming voor: duiven houden voor de voortplanting alleen? [N 93 (1983)] III-3-2
duiven terugbrengen terugbrengen: trōkbringe (Weert) de duiven terugbrengen? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenhok duivenhok: duvǝ(n)hǫk (Weert), duivenkooi: doeevekoeej (Weert), duvǝkūǝi̯ (Weert), duivenspijker: duvǝspikǝr (Weert), til: tel (Weert) Hoe heet de woonplaats van de duif? [N 93 (1983)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6, III-3-2
duivenhok als een apart gebouw duivenkooi: doeevekoeej (Weert) een duivenhok als een apart gebouw? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenhok op een zolder zolderhok: zōlderhok (Weert) een duivenhok op een zolder? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenklok duivenklok: doeeveklok (Weert), klok: de klok binnebringe (Weert) de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)] || de klok van de speler? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenmand duivenmand: doeevemang (Weert), dūvǝmaŋ (Weert) Een rechthoekige mand met deksel waarin duiven worden vervoerd. Zie ook afb. 283. [N 20, 50; N 40, 78; N 40, 95; N 40, 102; monogr.] || Hoe heet verder in Uw dialect: een gewone duivenmand (bijv. om naar het inkorvingslokaal te gaan)? [N 93 (1983)] II-12, III-3-2
duivenmelker duivenier: doeeveneer (Weert), duivenliefhebber: doeeveleefhebber (Weert), duivenmelker: doeevemelleker (Weert), doêvemêlker (Weert) Duivenmelker, opkweker van duiven, iemand die met duiven aan wedvluchten deelneemt. || een persoon die duiven houdt alleen voor zijn plezier? [N 93 (1983)] || Hoe heet de persoon die duiven houdt om aan wedstrijden deel te nemen? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenslag duivenklep: duvǝklø̜p (Weert), kijker: kieker (Weert) de inrichting met platform waarlangs de duiven het hok in- en uitgaan (pier, til)? [N 93 (1983)] || Het platform op het dak of tegen de gevel vóór de toegang tot het duivenhok, waarop de duiven aanvliegen en neerstrijken. Doorgaans is het platform niet meer dan een plank, soms heeft het de vorm van een huisje met een dak. In een enkel geval is de betekenis van de opgegeven term beperkt tot het (getraliede) valdeurtje dat men kan verstellen voor in- en uitvliegen; deze gevallen zijn telkens in het lemma vermeld. In kaart 52 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie ook afbeelding 17 bij het lemma "duivenhok" (3.4.7). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 9b; monogr.] I-6, III-3-2
duiventoren duivenhuis: doeevehoees (Weert), duiventoren: doeevetoeere (Weert) een duiventoren (op vroegere kasteel- of kloosterhoeven)? [N 93 (1983)] III-3-2