e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flikflooien flikflooien: flikflooje (Weert) flikflooien [SGV (1914)] III-1-4
flink; flinke persoon flink: fli‧nk (Weert), goede werker: gooie werreker (Weert) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Weert, ... ), fluuum (Weert), vlum (Weert) fluim [SGV (1914)] || fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen fluimen: fluumen (Weert), fluuëme (Weert), vlumme (Weert), tuffen: tuffe (Weert), uitleggen: oe.tlègge (Weert), uittuffen: uuttuffen (Weert) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fluisteren heel zacht kallen: hieël zacht kalle (Weert), smoezen: Van Dale: smoezen, I.2. bedekt en zacht met iem. praten vooral ten koste van iemand anders.  smoeze (Weert) fluisteren [DC 16 (1948)], [ZND 30 (1939)] III-3-1
fluiten naar de duiven fluiten: fluite (Weert) Hoe noemt U het fluiten naar de duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
fluiter tjiftjaf: tzjiftzjif (Weert) fluiter (12,5 alleen in hoge loofbossen; vrij zeldzaam; roep vrij luid [djuu-djuu]; zang onder het vliegen [tjip-tjip-tjip-tjirrrrrrrr] [N 09 (1961)] III-4-1
fluweel, velours fluweel: flǝwiǝl (Weert), velours: flūr (Weert) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek manchesterse boks: mansjesterse bóks (Weert) ribfluwelen broek III-1-3
fokmerrie fokmeer: fǫkmē̜r (Weert) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.] I-9