e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesneden haan kapuin: kapun (Weert) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk schaap hamel: hamel (Weert), hāmǝl (Weert) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken barg: barx (Weert), berg: bɛrx (Weert), bɛrǝx (Weert), bergje: bɛrxskǝ (Weert) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gasp: gasp (Weert), gesp: gasp (Weert, ... ), gesp (Weert), gɛsp (Weert), N: gaspe.  gesp (Weert) Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || gesp || Hoe noemt U een gesp? [N 62 (1973)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] II-7, III-1-3
gespeend veulen gespeend veulen: gǝspīǝntj vȳǝlǝ (Weert) Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b] I-9
gestadige wind egale wind: ēgālǝ wentj (Weert), goede wind: gōjǝ wentj (Weert), nette wind: nętǝ wentj (Weert) Een constante, niet stotende wind. [N O, 9d] II-3
gesteven voorstuk van een overhemd borst: borst (Weert), front: front (Weert) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestichte mis stichting: stichting (Weert) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
gestreepte broek fantasieboks: fantasieboks (Weert), streepjesboks: streepkesboks (Weert) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Weert) De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] III-3-2