26156 |
hals van de roede |
borst:
bǫrst (L289p Weert),
hartdeel:
hɛrt˱dęj.l (L289p Weert)
|
Het middengedeelte van de roedebalk dat door de askop gaat. [N O, 2k]
II-3
|
18255 |
halsketting |
ketting:
un gouwe kètting (L289p Weert)
|
gouden [een - ketting] [SGV (1914)]
III-1-3
|
26031 |
halsklossen |
blokken:
blø̜k (L289p Weert),
stootklossen:
stuǝtklø̜s (L289p Weert)
|
De blokken waarmee de ruimte tussen de smeerstijlen en de molenas wordt opgevuld. Zie ook afb. 17. [N O, 28j]
II-3
|
18236 |
halssnoer |
kraal:
krol (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)] || kraal
III-1-3
|
26234 |
halssteen |
baansteen:
bānstęjn (L289p Weert),
halssteen:
halsstęjn (L289p Weert)
|
Het lager van steen of pokhout waarop de hals van de molenas draait. Zie ook afb. 17. [N O, 28a; A 42A, 4]
II-3
|
33927 |
halster |
halchter:
hɛlǝxtǝr (L289p Weert),
halster:
hɛlstǝr (L289p Weert)
|
Stel van leren riemen - eventueel touwen - of kettingen dat het paard om het hoofd heeft als het niet ingespannen is. Aan de halsterring wordt de lijn of ketting gehecht waarmee het paard in de stal of op de weide wordt vastgebonden of waarmee het wordt geleid. Op sommige plaatsen wordt de term halster ook gebruikt om het Hoofdstel of de Stalband aan te duiden. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2b, 2c; N 13, 18a; N 5 A II, 59e add.; monogr.] || Tuig aan de kop van een os of een stier. [N 3A, 14b; monogr.]
I-10, I-11
|
21541 |
halve frank |
half frankje:
⁄n half frenkske (L289p Weert),
halve frank:
halleve frang (L289p Weert),
helleve frang (L289p Weert)
|
oude zilveren munt van 50 centiem [N 21 (1963)] || wit metalen munt van 50 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21434 |
halve gulden |
halve gulden:
helleve gōldje (L289p Weert),
⁄ne halve gölje (L289p Weert)
|
halve gulden, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
30798 |
halve huid |
half vel:
halǝf vɛ̄l (L289p Weert)
|
De helft (in de lengte) van een al dan niet gelooide huid. Zie afb. 1. [N 36, 3]
II-10
|
25225 |
halve maan, eerste kwartier |
halve maan:
hallef moan (L289p Weert),
opgaande maan:
opkoamendje moan (L289p Weert),
wassende maan:
wàssendje maon (L289p Weert)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|