18376 |
hoge klomp? |
hoefklomp:
hoefklomp (L289p Weert),
hoge klomp:
hoeg klompe (L289p Weert)
|
klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18628 |
hoge pet met opstaand bovenstuk |
hoge zijden:
hoeg zéje (L289p Weert),
zijden klak:
zieje klak (L289p Weert)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18352 |
hoge rijgschoen |
bottine:
bottiens (L289p Weert)
|
rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18350 |
hoge schoen met elastieken tussenstukken |
bottine:
bottiens (L289p Weert),
Vgl. Fr. bottine of patin, uitsl. mv.
petinne (L289p Weert)
|
mannenschoenen met elastieken band of knoopjes || schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18349 |
hoge waterdichte schoen |
tongschoen:
tongschoon (L289p Weert)
|
schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21866 |
hogen |
hogen:
huuge (L289p Weert)
|
de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22525 |
hogen, hoogjassen (kaartspel) |
hogen:
huuge (L289p Weert)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21966 |
hok om te paren |
kweekhok:
kwieekhok (L289p Weert)
|
een hok speciaal om er te paren en te broeden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33073 |
hok opbinden |
binden:
beŋǝ (L289p Weert)
|
Het leggen van een band om de koppen van de schoven als deze in een hok bijeengezet worden. Het voorwerp van het werkwoord is steeds "hok, stuik". De volgorde van de varianten van het type binden is zoals in het lemma ''schoven binden'' (4.6.2). [N 15, 33; monogr.]
I-4
|
22147 |
hokjes waarin een duivenmand verdeeld is |
hokjes:
hòkskes (L289p Weert),
paartjes:
paartjes (L289p Weert)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: hokjes waarin de duivenmand verdeeld is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|