24676 |
kaardenbol |
kam:
kaam (L289p Weert, ...
L289p Weert),
-
kaam (L289p Weert, ...
L289p Weert,
L289p Weert)
|
kaardebol || weverskaarde
I-7, III-4-3
|
19791 |
kaars |
kaars:
kers (L289p Weert),
kɛ̝rs (L289p Weert)
|
kaars [N 65 (1973)], [RND]
III-2-1
|
23595 |
kaarsenaansteker |
aansteekstek:
aanstaekstek (L289p Weert),
kaarsenaansteker:
kerse aanstaeker (L289p Weert)
|
De kaarsenaansteker en -dover: een lange stok voorzien van een hoorntje om kaarsen te doven, en een aangehechte wasdraad om kaarsen aan te steken [domper, doofhoedje, kaarsenhoorntje, kaarsenaansteker?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23406 |
kaarsenbak |
kaarsenbak:
kersebak (L289p Weert),
kaarsentafel:
karsetoafel (L289p Weert)
|
De houder, waarin brandende kaarsen gezet kunnen worden, meestal voor een heiligenbeeld [kaarsenbak?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19422 |
kaarsendomper |
domper:
do⁄mper (L289p Weert),
dover:
douver (L289p Weert)
|
Kapje met een steel om een kaarsvlam te doven (dover, domper, domphoorn) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
23596 |
kaarsendover |
domper:
domper (L289p Weert)
|
De kaarsenaansteker en -dover: een lange stok voorzien van een hoorntje om kaarsen te doven, en een aangehechte wasdraad om kaarsen aan te steken [domper, doofhoedje, kaarsenhoorntje, kaarsenaansteker?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23598 |
kaarsenpit |
wiek:
week (L289p Weert, ...
L289p Weert)
|
De katoenen draad in het midden van een kaars [pit, wiek, lemmet?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22392 |
kaart met prentje |
prentje:
prentje (L289p Weert)
|
Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22505 |
kaarten (ww.) |
kaarten:
ka:rtə (L289p Weert),
/
kaarte (L289p Weert),
Kaartsoort: klieëvere, roête, herte, schöppe. Kaartspelen: toepe; zwikke; huuëge; kruûse; jookere; ein-en-twîntjige; hertejaage; rikke; britsje. Kaarttermen: roeme, melle, beeje, troeve, ôngertroeve, oppe stok, höffe, gaeve, n naakse dam roeme, Dae kaart spuuëltj, heutj gein schäöp: als de kaart gespeeld is, moet die blijven liggen.
kaarte (L289p Weert)
|
kaarten [RND], [SND (2006)] || Kaarten.
III-3-2
|
22395 |
kaarten bijnemen |
eten:
aete (L289p Weert),
pakken:
pakke (L289p Weert),
rapen:
raape (L289p Weert)
|
Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|