e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lam lam: laam (Weert), lām (Weert), lammetje: lɛmkǝ (Weert), schaapje: sxø̄pkǝ (Weert), sxø̜pkǝ (Weert) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || ze is lam [ZND 29 (1938)] I-12, III-1-2
lammeren lammen: lāmǝ (Weert) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamoen gestel: gǝstɛl (Weert) Het voorstel in z''n geheel: de twee berries en de verbindingsscheien. De benaming voor het lamoen komt voornamelijk voor in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburg. [N 17, 50b + 90; N G, 54b + 56h + 64a; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
lamp lamp: la.mp (Weert), lamp (Weert, ... ) lamp [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenkap lampenkap: la.mpəkap (Weert) lampenkap III-2-1
lampenpit kousje: koͅu̯skə (Weert), lampenkatoen: la.mpəkətū.n (Weert), lampenpit: lampəpet (Weert), wiek: week (Weert), wee‧k (Weert) kousje van spirituslamp || lampepit [SGV (1914)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
lancet vlijm: vlum (Weert) Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim). [N 84 (1981)] III-1-2
land land: land (Weert) land [ZND 29 (1938)] III-3-1
landauer landauer: landǫwǝr (Weert) Vierwielig rijtuig voor vier personen met afzonderlijk neerklapbare voor- en achterkap. Tegenwoordig wordt het nog wel eens als bruidswagen gebruikt. De koetsier heeft een aparte bok. [N 101, 13; N G, 51; L 27, 33; monogr.] I-13
landerijen akker: akǝr (Weert), boerderij: bōrdǝrei̯ (Weert), land: lant (Weert) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8