e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loten loten: loeete (Weert) Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
loteren, los zitten lodderen: loddere (Weert) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtbel bel: bɛl (Weert), lochtbel: lǫx˱bɛl (Weert), maantje: mø̜nkǝ (Weert) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchtbel in water belletje: belke (Weert), broes: broees (Weert), luchtbelletje: loehtbelke (Weert) de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] III-4-4
luchthaam luchthaam: luchthaam (Weert) Haam waarvan de kussens niet met stro gevuld zijn, maar voorzien zijn van een met lucht gevulde band. Hiervoor konden de binnenbanden van een fiets of auto gebruikt worden. Nadat er in de oorlog geen rubber meer verkrijgbaar was, geraakte het luchthaam in onbruik. Het is overigens niet erg gebruikelijk geworden. Buiten de hier opgesomde plaatsen is het ook bekend in de plaatsen K 353 en L 271. [N 36, 18] I-10
luchtpijpen loospijpen: looaspieepe (Weert), luchtpijpen: lochtpiepe (Weert), lochtpîêp (Weert), löchtpie.pe (Weert), pijpen: pîêp (Weert) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: locht (Weert, ... ), löcht (Weert) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
lucifer zwegeltje: zwegelke (Weert) lucifer [SGV (1914)] III-2-1
lui lui: lui-j (Weert), luî-j (Weert), ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  laaw (Weert), moede: meug (Weert), vuil: voeel (Weert) lui || lui, traag [ZND 01 (1922)] || niet verlangend om te werken of een handeling te verrichten [lui, niet scheutig] [N 85 (1981)] III-1-4
lui (lieden) lui: rīēke lu-j (Weert), mensen: minse (Weert), minsən (Weert) lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] || mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1