e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mak gewillig: gewillig (Weert) Gezegd van een zachtaardig, gewillig paard. [JG 1a; N 8, 64i en 64j] I-9
makelaar makelaar: makelaar (Weert) De loodrechte balk midden in de topgevel van de voorweeg. Zie ook afb. 15. [N O, 45e] II-3
maken maken: make (Weert, ... ) maken [DC 02 (1932)] III-1-4
mal snijmaat: (mv)  snījmǭtǝ (Weert) Elk van de twee stukken karton, als model gebruikt bij het uitsnijden van de leerhelften voor het haamkussen of kussenleder. [N 36, 15a; Li 1963, 53] II-10
malen malen: mālǝ (Weert) Graan fijnmaken met behulp van een molen. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛbreken, snijdenɛ. Het woordtype malen heeft in P 53, P 58, Q 77a en Q 83 naast de bovengenoemde algemene betekenis ook de specifieke betekenis ø̄de bewerking die de graankorrel ondergaat op het ɛmaalvlakɛ van de molensteenø̄. Vanderspickken (pag. 61) merkt daarover op: ø̄Als het graan tussen de maalstenen komt, wordt het eerst in het midden van de steen gebroken of gesneden en meer naar de buitenkant toe gewreven of gemalen.ø̄' [N O, 36a; JG 1a; Vds 4; Jan 8; Coe 8; Grof 17; monogr.] II-3
mals, gezegd van boter smeug: ee niet goed leesbaar, zou ook smileg kunnen zijn  smieeg (Weert), zacht: zoacht (Weert) mals, goed smeerbaar, gezegd van boter (plat) [N 91 (1982)] III-2-3
man man: maən (Weert), mens: mins (Weert) man [RND], [RND] III-3-1
man die de behaalde tijden afleest tijdlezer: tieedlaezer (Weert) de man die de behaalde tijden afleest? [N 93 (1983)] III-3-2
man die de uitslag bepaalt rekenaar: raekener (Weert), schrijver: schriever (Weert) de man die de uitslag bepaalt? [N 93 (1983)] III-3-2
man, mannelijke zangvogel man: man (Weert) mannelijke zangvogel (tersel) [N 83 (1981)] III-4-1