e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkgift van de zeug zog: zōx (Weert), zok: ˲sōk (Weert) [N 19, 20] I-12
melkkannetje melkpotje: melkpötje (Weert), mellekpōtje (Weert) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkkar melkkar: mɛlǝkkɛr (Weert) Kar om melkbussen van meerdere boeren van en naar de fabriek te brengen. Het was meestal een lange kar met een groot bodemoppervlak en lage zij-, voor- en achterplanken. [N 17, 15; N G 51; monogr.] I-13
melkkoe melkkoe: mɛlku (Weert) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkstoeltje melkstoel: mɛlkstōl (Weert), melkstoeltje: mɛlkstø̄lkǝ (Weert) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melktanden melktanden: mellektang (Weert), mèlliktang (Weert), melktandjes: melliktendjes (Weert), memtandjes: meëmmtändjes (Weert) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
melkzeef zijschotel: zei̯sxuǝtǝl (Weert) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
meloen meloen: ± WLD  meloen (Weert) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] I-7
menen denken: di‧nke (Weert), menen: meine (Weert), meîne (Weert), vinden: vinge (Weert) menen, denken, bedoelen || van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
mens mens: zowel voor man als vrouw  mins (Weert) mens III-2-2