e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
negotiemand fietsmandje: fitsmɛntjǝ (Weert), sluitmand: slōǝtmaŋ (Weert) Mand waarin men producten vervoert om te verhandelen. [N 40, 115] II-12
nek nek: nek (Weert, ... ), nèk (Weert) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nemen, pakken nemen: neme (Weert), néme (Weert), pakken: pakke (Weert) nemen [SGV (1914)], [ZND 25 (1937)] || pakken [SGV (1914)] III-1-2
nerf van de weide erf: ɛrǝf (Weert) Begroeide bovenlaag van wei- of hooiland; grasmat, graslaag. Zie ook de lemma''s ''nerf van de akker'' en ''groes'', ''met gras begroeide grond'' in de aflevering over de Landerijen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N 14, 51; N 18, 12 add.; monogr.] I-3
nerf van een blad rib: ± WLD  rub (Weert) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nerfkant nerfkant: nɛrfkānt (Weert) De kant van de huid waar het haar heeft gezeten. [N 60, 3a; N 60, 3c; N 36, 2a] II-10
nest nest: nest (Weert), nèst (Weert), nèste (Weert), mv.  neste (Weert) nest [SGV (1914)] || nesten (mv.) [SGV (1914)] III-4-1
nest, hoeveelheid jongen nest: WLD  nest (Weert), worp: WLD  wörrup (Weert) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
nestei nestei: nęstęi̯ (Weert) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12
nestelen bouwen: bouwe (Weert), timmeren: tummere (Weert, ... ) een nestje maken, gezegd van vogels (timmeren, vuren, bouwen) [N 83 (1981)] || nest bouwen III-4-1