e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ongeluk malheur (fr.): melleur (Weert), ongeluk: ongelök (Weert) Ongeluk: door een misgreep, door vallen gekwetst worden (paret). [N 84 (1981)] III-1-2
ongelukkige arme kloot: errem kloeet (Weert), arme zak: erreme zak (Weert), pechkont: pechko‧nt (Weert) iemand die door het ongeluk is getroffen [stakkerd, duts] [N 85 (1981)] III-1-4
ongeordende hoeveelheid, chaos boel: boel (Weert, ... ), deel: deil (Weert), gepongel: gepongel (Weert), hoop: houp (Weert), kraam: kraom (Weert, ... ), pongelen: pongele (Weert, ... ), rataplan: ratteplan (Weert, ... ), rommel: rommel (Weert), rotzooi: rotzooi (Weert), troep: troep (Weert, ... ), vracht: vracht (Weert), zaakje: zaakske (Weert, ... ) boel [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 32 (1939)], [ZND 33 (1940)] || een min of meer ordeloze menigte al of niet bijeenhorende zaken [boel, boek, omboel, deel, vracht, schep, scheut, meuk, drommel] [N 91 (1982)] || een verwarde boel [hals, rommel, piëel, warwinkel, werzel, pan] [N 91 (1982)] III-4-4
ongepaarde mannelijke duif ongepaarde doffer: ongepaardje doffer (Weert) Hoe heet de jonge, nog ongepaarde mannelijke duif? [N 93 (1983)] III-3-2
ongepaarde vrouwelijke duif ongepaarde duivin: ongepaardje doevin (Weert) Hoe heet de jonge, nog ongepaarde vrouwelijke duif? [N 93 (1983)] III-3-2
ongeschikt afgebakken: āfgǝbakǝ (Weert) Gezegd van deeg dat niet wil rijzen. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor bij de woordtypen. [N 29, 29a; L 33, 25; monogr.] II-1
ongevoelig van de kou dood: doeed (Weert) Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] III-1-1
ongewijde aarde ongewijde aarde: ongewiedje aerd (Weert), ongewijde grond: ongewiedje groond (Weert), protestantenhoek: protestantenhook (Weert), zijkant: zi-jkank (Weert) Het deel van het kerkhof dat vroeger diende als begraafplaats a) voor ongedoopt gestorven kinderen, b) evt. voor iemand die zelfmoord had gepleegd, c) evt. voor een gevonden maar niet geïdentificeerd lijk [ongewiejde èèrd, ...buiten de heg", verloren kerk [N 96A (1989)] III-3-3
ongezuiverde was ongezuiverde was: ongǝzȳvǝrdjǝ was (Weert), rauwe was: rǫwǝ was (Weert) De van honing ontdane maar nog niet gewassen raten. [N 63, 121b; Ge 37, 146; monogr.] II-6
onhandig snijden vraggelen: vraggele (Weert) Hoe noemt U: Op een onhandige manier in het vlees snijden (prossen) [N 80 (1980)] III-2-3