e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peterselie peterselie: pittersillie (Weert) peterselie I-7
petoeten, zwikken (kaartspel) zwikken: zwikke (Weert) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
petroleum ptrole (fr.): petrol (Weert), pətrol (Weert) petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)] III-4-4
petroleumlamp belgische lamp: beͅ.lzə la.mp (Weert), blaker: blōͅkər (Weert), lampe belge: (petroleumlamp)  lampebelge (Weert), petroleumlamp: petroleumla‧mp (Weert) grote, hangende petroleumlamp vanaf de zolder. Ze kon d.m.v. gewichten hoger of lager worden gesteld. || lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || petroleumlamp III-2-1
petunia pispotje: ± Veldeke  pispōtje (Weert, ... ), prunia: ± Veldeke  prunia (Weert, ... ) [N 92 (1982)]Petunia (petunia hybrida). Paarse, blauwe, rode, witte of gestreepte bloemen, ze worden als sierplanten gekweekt. De bloemkroon is groot, trechtervormig. Het zijn behaarde kruiden, kleverig op het gevoel door de talrijke klierharen (petunia, petertunneke, [N 92 (1982)] I-7, III-2-1
peuk koetje: koetje (Weert) sigarettenpeuk III-2-3
peul bonenschaal: boanesjaale (Weert), erwtenschaal: ertesjaale (Weert), schaal: schale (Weert) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] III-2-3
peul, dop (znw) schaal: schale (Weert), sjaale (Weert), schaalerwt: mv.  schaalerte (Weert) [N Q (1966)]peulen I-7
peulen, doppen (ww.) doppen: doppe (Weert), keveren: keevere (Weert), uitdoen: oetdoon (Weert) [N Q (1966)]doppen v erwten I-7
peulerwten schaalerwten: ± WLD  schaalerret (Weert) De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)] I-7