e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoffelmachine schoffelmachine: sxufǝlmǝšin (Weert) Eenvoudig duwgereedschap dat eruit ziet als een kruiwagen en bestaat uit een (of meer) schoffelijzer(s) aan een wiel, waaraan twee duwburries zitten en waarmee tussen rijen planten wordt gewied. [N 18, 47; N J, 8a; monogr.; add. uit N 18, 51] I-5
schoftriem nekriem: nɛkrēm (Weert) Leren band van het borsttuig die over de schoft van het paard heen loopt. [N 13, 53] I-10
schoftzadel zadel: zāl (Weert) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schokken stoten: stōǝtǝ (Weert), stuiken: stukǝ (Weert) Gezegd van een kar of wagen. [N 17, 97] I-13
schokschouderen de schouders ophalen: schouwers ophaale (Weert) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-2
schol schol: WLD  schol (Weert) Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)] III-2-3
scholekster scholegerst: schòléégerst (Weert) scholekster (43 drukke zwart-witte vogel met rode bek; meest in de rivierstreek [N 09 (1961)] III-4-1
schommel zwok: zwo-ek (Weert), zwok (Weert), zwòk (Weert), zwôk (Weert, ... ), /  zwók (Weert), De zwókke vanne Metser (uit Weert).  zwók (Weert), suur: België (- Bocholt en Lozen), Gastel.  zwoͅk (Weert), uitspraak als de o van hond, doch niet rond en veel korter  zwok (Weert, ... ), zwokplankje: zwo-ekplenske (Weert) Het speeltuig bestaande uit een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft [schommel, touter, stuur, rui, boeis]. [N 88 (1982)] || Hoe heet het kinderspeeltuig, dat uit een plankje of bankje bestaat, welk door middel van twee touwen aan een dwarshout hangt en waarop het kind zich heen en weer laat zweven? [ZND 32 (1939)] || Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || schommel [SND (2006)] || Schommel. || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)] III-3-2
schommelen zwokken: zwokke (Weert), zwókke (Weert), Sub zwók.  zwókke (Weert) Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || Schommelen. || Zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen]. [N 88 (1982)] III-3-2
school school: sxu.əl (Weert) school [RND] III-3-1