e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijgooier bijgoezer: bęi̯guzǝr (Weert) De bijgooier is de tussenpersoon tussen de afsteker van de wagen en de tasser in de schuur. Zie de toelichtingen bij de lemma''s ''graan stapelen in de schuur'' (5.1.11) en ''afsteker'' (5.1.12). [N 15, 50; monogr.] I-4
bijkeuken bijkeuken: thans  beͅi̯ky(3)̄kə (Weert) bijkeuken III-2-1
bijkeuken, achterkeuken bijkeuken: bēi̯kyəkə (Weert), stort: vroeger  størt (Weert) bijkeuken III-2-1
bijl waarmee men het slachtvee klooft bijl: bil (Weert), hiep: hi.p (Weert) Zie ook het lemma ''slachtbijl''. [N 28, 90; monogr.] II-1
bijl waarmee men het vlees in kleine stukjes hakt hakmes: hakmɛs (Weert), kapmes: kapmɛs (Weert), vleesheep: vlēshēǝp (Weert) Bedoeld zijn de kleine stukjes die in de worst worden verwerkt etc. De mes-opgaven binnen dit lemma duiden op een soort hakmes. [N 28, 115; N 28, 49] II-1
bijleggen bijgeven: bi-j gaeve (Weert), goedmaken: good make (Weert), lappen: lappe (Weert), tegoedmaken: tegooi make (Weert) een ruzie, een onenigheid bijleggen of oplossen [schavelen] [N 85 (1981)] || Extra geld in de pot doen [lappen, bijleggen]. [N 88 (1982)] III-3-1, III-3-2
bijnaam bijnaam: beejnaam (Weert) bijnaam III-2-2
bijten bijten: 1a-m  bie-te (Weert) bijten [ZND 21 (1936)] III-2-3
bijweg zijweg: zijwieeg (Weert) een weg die niet de hoofdverbinding vormt (bijweg, remel) [N 90 (1982)] III-3-1
bikbijltje kapbijltje: kap˱bīlkǝ (Weert), steenveger: stęjnvē̜gǝr (Weert) Tweesnijdend bijltje met kort handvat om oude stenen schoon te kappen. Zie ook afb. 9. Het verwijderen van oude specieresten van metselstenen werd in Q 116 'afbikken' ('āf˱bekǝ') genoemd. [N 30, 15c] II-9